René van der Gijp uitte zijn zorgen over Brobbey’s vermogen om kalm en beheerst voor het doel te staan. “Het is duidelijk dat hij de bal soms naast schiet zonder enig gevoel,” verkondigde Van der Gijp. Johan Derksen sloot zich bij deze kritiek aan en benadrukte dat Brobbey vaak ongecontroleerd en onvast oogt. “Hij ligt ook constant op de grond. Waarom zou je dat doen? Het is bijna alsof hij struikelt zodra hij een kans krijgt,” voegde Van Gijp eraan toe.
Derksen stelde verder dat Brobbey’s doelpunten vaak lukraak lijken. “De treffers van Brobbey lijken uit de kluts te zijn gevallen,” zei Derksen. Van der Gijp stemde hiermee in en voegde eraan toe dat deze rommelige doelpunten een gemiste kans zijn voor een spits die zijn potentieel maximaal moet benutten. “Als je alleen voor de keeper staat, moet je rustig blijven,” legde hij uit.
Een treffend contrast werd gegeven met de treffer van Dusan Tadic tegen FC Twente, die volgens Derksen wel het beeld van een ware spitsengoal wekt. Tadic’s vermogen om op het juiste moment te stiften, noemde hij een voorbeeld van perfectie in de spits. “Brobbey wil alles in zijn hoogste versnelling doen, maar je kunt niet constant op topsnelheid spelen,” aldus Van der Gijp.
Johan Derksen stelde uiteindelijk zelfs Brobbey’s talent in twijfel. “Ik zie het gewoon niet. Voor mij is hij niet de grote belofte die velen in hem zien.” Hoewel Van der Gijp niet helemaal op één lijn ligt met Derksen wat Brobbey’s potentieel betreft, zou hij de jonge spits niet zomaar inwisselen voor een speler als Wout Weghorst. Hoewel de meningen verschillen, is het duidelijk dat Brobbey nog veel te bewijzen heeft op het veld.